terug naar lijst

Een hemelse voorstelling van Dimitri Leue voor ieder die zijn naaste en vooral zijn lief bemint, liefst vanaf 11 jaar en ouder.

Als Dimitri Leue zijn schrijverspen loslaat op Lucifer en Faust dan gebeuren er wonderlijke dingen. Als Froe Froe zijn fantasie loslaat op wonderlijke dingen dan gaat het spektakel pas echt vreemde kanten op.
In een wervelwind van tekstjes huppelen Adam en Eva door het Aards Paradijs van de ene Pina Colada naar de andere Bacardi, terwijl de Engelen voor Gods Song of Love hun gouden stem en eeuwig leven opofferen. Omdat Mefistoteles genoeg krijgt van zijn gemeenschap der Swinging Angels en wel eens met Eva wil swingen, verwisselt hij met Adam van lichaam. Want Adam wil zijn vader zien en volgens Mefisto is een verwisseling een unieke kans. En ’t is maar voor efkes.
Lucifer probeert de zaak nog te redden maar de toorn van God keert zich tegen de gevallen Engelen en een leven als geit in het gruwelijk middelpunt van de aarde lijkt zijn onherroepelijke oneindigheid te worden. Maar hoe anders zal het aflopen…

In een concept waarbij het publiek naar alle kanten draait en onder het genot van Ambrozijn en Rijstpap met gouden lepeltjes een muzikale happening beleeft die het midden houdt tussen een Gospel-mis en een Bounty-reclame komt Adam tot het besef dat de duivel in ons ook zijn lot zal bepalen.

Spelen mee:
Maarten Bosmans, Jenne Decleir, Inge Paulussen, Tiny Bertels, Isabelle Vanhecke en Reinhilde Decleir
Technisch ondersteund door Ann Desart, Melissa Van Geldere, Filip Timmerman, Ina Peeters en Bruno Smeyers.
Kostuums en poppen: Moniek Jacobs
Regie en poppen: Marc Maillard

Alles gaat door in onze eigen ruimten in De Vrije Val II Namenstraat 7 op het Zuid te Antwerpen van 24 oktober tot en met 15 november 2003.
Alle Reservaties via HETPALEIS: 03.202.83.60

( Een vinger wijst. Uit die vinger groeit Adam. Vinger tegen vinger met God. Een bliksemflits. Een mond blaast en Eva verschijnt. Bliksemflits. Het licht gaat aan. We zijn in het Aards Paradijs. )

Adam:
Ik ben geboren uit een vingertop.
Eva:
Iedereen die denkt dat vingers alleen maar wijzen, grijpen en vasthouden, zwijg.
U kent Adam niet. Zijn vingers dienen een hoger doel.
Adam:
De liefde.
Eva:
Wat hij met zijn vingers kan, is meer dan strelen. Sterker dan kneden. Zaliger dan masseren. Wat hij met zijn vingers kan, is hemels.
Adam:
Het is een kwestie van gebruik maken van uw tien vingers. Behandel iedere vinger als een individu.
Eva:
Smijt uw vingers niet op één hoop.
Adam:
Nee. Iedere vinger is uniek.
Eva:
De duimen zijn beiden sterk en terwijl de linkerduim diepe cirkels in mijn huid drukt, trekt
zijn rechterduim diepe strepen over mijn rug.
Adam:
Met mijn linkerwijsvinger glijd ik over de huid als een skiër. Slalom. Zonder patroon.
Eva:
Zijn rechterwijsvinger tikt zachtjes op en neer. Als het kopje van een duif.
Adam:
Mijn linkermiddenvinger rolt over en weer als een wieg. De rechtermiddenvinger schraapt.
Eva:
De linkerringvinger krabt. De rechterringvinger geeft kopjes als een kat.
Adam:
De linkerpink kietelt. En de rechterpink danst.
Eva:
Ik ben geboren uit een mond.
Adam:
Iedereen die denkt dat monden eten, drinken en spreken, zwijg.
U kent Eva niet. Haar mond dient een hoger doel.
Eva:
De liefde.
Adam:
Haar lippen plooien zich in duizend bochten,
briezen, blazen en buigen. Met kracht afdrukken of zachtjes openploppen.
Eva:
En zuigen. Zuigen is proberen het lichaam van de ander in te ademen.
Adam:
En dan heb ik het nog niet gehad over de tong. Die streelt, likt, danst en tovert.
Eva:
En de tanden.
Adam:
Een ivoren leger dat me omsingelt en gevangen neemt.
Eva:
En knabbelen op een oorlel of eender waar. Knabbelen is babbelen met een lichaamsdeel van de ander.
Adam:
Ik verdwaal dagelijks op haar gezicht.
Ik weet nochtans dat als ge het gleufje van haar neusvleugel volgt en vervolgens over de brug van haar neus loopt om bovenaan links af te slaan via haar wenkbrauw waar ge af haar oogbol glijdt tot in haar wimpers dat ge dan midden in haar felblauwe ogen kunt zien.
Eva:
Ik weet dat als ge de rand van zijn lippen volgt dat ge dan in het kuiltje van zijn wang valt.
Adam:
Ik ken haar gezicht beter dan ik het mijne ken. En toch verdwaal ik dagelijks als ik naar haar kijk.
Eva:
Ik heb al uren doorgebracht in dat kuiltje van zijn wang.
Adam:
Ze is opgevoed door de zon dat kunt ge zien aan haar stralen.
Eva:
Hij heeft de zon niet nodig dat voelt ge aan zijn warmte.
Adam:
Ze is zo’n vrouw waarbij parels en kettingen verdwijnen in de huid. Draagt ze diamanten of dragen de diamanten haar? Wie siert wat en wat siert wie? Sieraden raden.
Eva:
Kruiden en bloemen met jullie smaken, geuren en kleuren blijf in jullie perken want hier is iemand die erbuiten treedt.
Adam:
Snoep, suiker en honing kruip terug in de voorraadkast want hier is iemand zoeter dan jullie, iemand die mijn tanden niet bederft maar ze voorzichtig betast.
Eva:
Bacteriën en virussen besmet jullie zelf, want zieker als dit kan ik niet zijn. Ziek van liefde.
Adam:
Mijn levensgazelle, mijn spring in het veld. Kunnen lippen lelies zijn? Ogen Zuiderse zeeën. Haar als ontploft goud. Een explosie in mijn gezicht. Ik kan alleen maar staren of turen want als ik echt naar u kijk, word ik zot. Zot. Zot. Zot.
Eva:
Als dit zot zijn is. Laat mij dan zot zijn. Spiermassa, beendermechaniek, bloed en organen wat zouden jullie zonder huid zijn? Niets. Jullie zouden uitéénvallen. Het is de huid die jullie samenhuidt. Ere wie ere toekomt, Adam. Mijn huid moet dringend gevierd worden. Gebruik uw vingers, voer mij naar uw vingertoppen.
Adam:
O, mijn lief, mijn duifje, mijn liefling, lievaard, mijn lievelijn, mijn lievekijn, mijn goudmijn, gebruik uw lippen, gebruik uw mond.

(Ze komen dichter, strelen elkaar en kussen elkaar.)